Westland NP
Het Westland National Park is een bijzonder park omdat er grote verscheidenheid aan landschapsvormen is ontstaan, ondanks dat het maar een smalle strook tussen de Southern Alps en de kust is. Er zijn hoge bergen tot wel 3.500 meter, imposante gletsjers, kustlagunes, schitterende meren, landbouwgrond en regenwoud. Het bijzondere en veelzijdige landschap in het park wordt voornamelijk veroorzaakt door de hoeveelheid regen die er jaarlijks valt. Met name de westkust van het Zuidereiland krijgt extreem veel regen, gemiddeld zo’n 7 meter (7000 mm) per jaar, te verwerken. Ter vergelijking, in Nederland valt er gemiddeld zo’n 900 milimeter per jaar. Regenkleding is hier dus geen overbodige luxe.
Samen met het Aoraki/Mount Cook NP, het Fiordland NP en Aspiring NP is het Westland NP onderdeel van het Southwest Nieuw-Zeeland Unesco World Heritage Area.
|
|
|
|
Westland NP staat ook bekend als “Glacier Country” Dit vanwege de aanwezigheid van tientallen gletsjers. Op sommige plaatsen strekken enorme ijstongen zich van een hoogte van 3000 meter helemaal tot bijna zeeniveau uit. In contrast met groene graslanden, blauwe meren en het weelderige regenwoud dat tot aan de rand van de Tasman Zee reikt.
De bekenste zijn de Frans Jozef Gletsjer en de Fox Gletsjer. Ze verplaatsen zich dagelijks tot vier meter, wat in de gletsjerwereld ongewoon snel gaat (de Tasmaanse gletsjer, aan de oostkant van de grote scheidingslijn, beweegt zich op slechts 650 millimeter per dag). Aan de voet van elke gletsjer hoort u het slijpende, verpletterende geluid van het oude ijs dat zich door de valleien dwingt.
Er zijn diverse manieren om de natuur van dichterbij de aanschouwen. Te voet met een begeleide wandeling of met een helicopter. U maakt dan een schitterende vlucht over de gletsjes en landt, bijna altijd, op een van de besneeuwde toppen. Als u dit wilt doen is het goed om dit van te voren te reserveren. In de ochtend blijkt de kans op wolken kleiner dan in de middag.
